Adviesnotitie ‘Huisvesting onderwijs in Almere Pampus’: geen traditionele school maar een leer- en ontwikkelcentrum

Guido Hooiveld, adviseur onderwijshuisvesting gemeente Almere; Vivian Klein Robbenhaar, projectleider werkagenda Pampus; Paola Huijding, projectdirecteur werkagenda Pampus (op het scherm), Margo Zwart, extern adviseur onderwijshuisvesting gemeente Almere, Chris Vonk, adviseur huisvesting bij de Almeerse Scholengroep

Op dinsdag 7 november is de adviesnotitie ‘Huisvesting onderwijs in Almere Pampus’ aangeboden aan de projectdirecteur werkagenda Pampus, Paola Huijding. De adviesnota is opgesteld door de projectgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van de schoolbesturen, de kinderopvangbranche en adviseurs van de gemeente.

Kwantiteit én kwaliteit

De projectgroep heeft literatuur- en veldonderzoek verricht, stakeholders geïnterviewd en bijeenkomsten georganiseerd om informatie op te halen en feedback op bevindingen te verzamelen. Op deze manier is inzicht verkregen in de kwantiteit: het aantal vierkante meters dat straks nodig is in Almere Pampus voor onderwijs en alle bijbehorende voorzieningen. Maar er is ook belangrijke informatie boven tafel gekomen over de wensen omtrent de functie van de huisvesting en de kwaliteit ervan. De school moet niet alleen een gebouw met klaslokalen, een gymlokaal en een schoolplein zijn, maar zou ook een plek moeten zijn voor persoonlijke ontwikkeling, ontmoeting, advies en hulp bij opvoeding en het faciliteren van relevante zorg voor leerlingen. Door al deze functies te combineren op één locatie, kan het gebouw een belangrijke maatschappelijke rol vervullen. Een laagdrempelig en voor iedereen toegankelijk gebouw dichtbij huis, in de buurt, waar het kind centraal staat.

Almere Pampus

Almere Pampus is het nieuwe stadsdeel waar 30.000 woningen gebouwd moeten worden en 16.000 banen landen. In de Werkagenda Pampus staan kaders, strategie en samenwerking voor de ontwikkeling van Almere Pampus. Er wordt samengewerkt met 14 gemeentelijke teams, zes afdelingen en externe partners zoals Staatsbosbeheer, Waterschap Zuiderzeeland en het Flevo-landschap. Ook kennis- en onderwijsinstituten als Windesheim, Flevo Campus, TU Delft, TU Eindhoven en de universiteiten van Utrecht en Wageningen zijn betrokken bij dit proces. De projectgroep Huisvesting onderwijs is een van de betrokken teams.